Fred op de eerste dag van zijn tocht naar Rome.
Route Utrecht Griftstraat naar Culemborg.
Het was warm en voor de eerste keer zo lang lopen met een rugzak toch wel zwaar. Morgen richting Zaltbommel





Dag 2
Culemborg naar Zaltbommel
Vanmorgen met Bert vertrokken uit Culemborg. Door natuurgebieden en weilanden naar Geldermalsen. Daar gingen onze wegen uiteen. Bert terug naar huis, ik verder alsmaar rechtdoor naar Zaltbommel. Langs boomgaarden vol mooie bloesem. Een verwarrend bordje langs de weg: ik loop toch naar Rome?? Dan eindelijk de brug van Zaltbommel over, en aangekomen bij Wouter en Cathrien. Snel even naar de Sint Maartenskerk voor het stempeltje.










Dag 3
Zit ik in ineens in Peru? Nee hoor onderweg van Zaltbommel naar Helvoirt. Mooi weer en gezellig met Cathrien tot in Den Bosch samen opgelopen en veel bijgepraat. Vanaf Hedel veel industrie, maar het stuk na Den Bosch was een en al natuurschoon. Dat maakte veel goed. Het was een lange dag, pas om 19.00 op de camping. Het wordt een spannende nacht: voor het eerst in mijn mini tent slapen….




Dag 4
Een koude nacht voor het eerst in mijn tentje. Vlak voor ik zou opstaan een bui regen. Maar even gewacht. En na een half uur was de tent al weer droog. Opgestaan, opgebroken en ontbeten. Op pad. In Helvoirt staat een aardig kasteel. Verderop bij Haaren een mooi kapelletje voor Onze Lieve Vrouw van Haaren, ook wel Maria in ‘t Veld genoemd. Langs boerderijen door bossen en natuurgebieden met veel waterpartijen uiteindelijk in Vessem aangekomen. De oprichter van Kafarnaüm, een boerderij waar pelgrims komen voor bezinning en onderdak ( en eten). Broeder Fons ( 94 jaar) ontmoet. Mooi mens. En heel bijzonder: er waren mensen uit De Glind. Heel gezellig. Vrijwilligers hadden voor ons gekookt: Lekker gegeten. En nog lang nagetafeld. Morgen naar Valkenswaard.







Dag 5
Gisteravond nog lang gesproken met de gasten uit De Glind/Scherpenzeel. Grappig wanneer je elkaar nog niet kende, maar wel gemeenschappelijke kennissen hebt. Te laat naar bed, toch vroeg op, uitgebreid ontbijt, weer te lang doorgepraat maar uiteindelijk toch om half tien op weg. Het was lastig de goede weg te vinden in Vessem en in Eersel nog lastiger maar dan bewijst de route app zijn waarde. Onderweg veel kapelletjes gezien, allemaal Onze Lieve Vrouw van de locale gemeenschap. In een tegelwinkel water gevraagd, en meteen ook een kop thee aangeboden gekregen. Lekker want het is dorstig weer. Veel wind en de zon is al lekker warm. Soms even een kort gesprekje met een voorbijganger. Ze kijken me wat meewarig aan. Vlak voor 18.00 uur op de camping aangekomen. Als ik mijn tent op zet begint het te regenen. Zwarte wolken donder en bliksem maar het meeste waait gelukkig over. Nu zit ik lekker in de zon. Wat gegeten en thee gedronken, onder de douche en dan naar bed. Morgen naar Weert.












Dag 6
Een onrustige nacht op een bijna verlaten een beetje verwaarloosde camping. Eerst een blaffende hond, toen onweer met flinke regen. Wat later voelde ik dat mijn luchtbed leeg was. Een kleine paniek volgde. Geen luchtbed betekent geen isolatie, dus heel koude nacht. Weer opgeblazen, een half uur later weer leeg… toch lek? Dan moet ik snel een nieuwe kopen, maar waar? Opeens een helder moment: zit de uitlaat wel goed dicht? Stevig aangedrukt, weer opgeblazen en vanmorgen was hij nog vol!! Pfff dat scheelt weer een hoop gedoe. Al met al een late start, de zon scheen, maar niet waar mijn tentje stond. En door de gebroken nacht kwam ik ook niet makkelijk op gang. Uiteindelijk pas om elf uur van de camping weg. Een kwartier later zat ik op een terras voor mijn brunch: broodje gezond en 2 koppen thee. Zo toen kon ik er tegenaan. Onderweg raar vee gezien. Grote hoorns.. er zit gelukkig een hek tussen. Langs de Achelse Kluis, een Benedictijner abdij, op de grens met België. Daar ook wat onschuldig grensoverschrijdend gedrag vertoont. Je hopt zonder dat je er erg in hebt van Nederland naar België en weer terug en weer opnieuw de grens over. Een naar stukje oorlogsverleden gezien: de grensversperring uit de eerste wereldoorlog. Stroomdraad met 10.000 volt erop. Inmiddels is de zon verdwenen en regent het af en toe. Langs boeren die hun velden impregneren met gier… ik loop er opeens veel sneller. Een heuse luchthaven, en een mul zand parcours ( oefenterrein van tanks) al met al toch een pittige dag een paar kilometer voor de camping klampt een verdwaalde asielzoeker me aan. Hij heeft een bonnenbriefje van zijn asielzoekerscentrum, zonder adres, alleen Budel. Na veel gedoe (hij spreekt 2 woorden Duits en verder geen voor mij verstaanbare taal) uitgelegd met een fietskaart op een bord langs de weg waar Budel ligt en hoe je er naar toe fietst. Ik ben benieuwd of het hem is gelukt. De camping gevonden, ik was er even voor zessen. De receptie gaat weer open om 19.00, dus eerst maar wat gegeten. Om half zeven kan ik me inschrijven. Ik had gezien dat naast de receptie een zaaltje is, ik informeer of ik in plaats van mijn tent op te zetten ( het regent inmiddels weer flink) ik voor deze ene nacht in dat zaaltje mag slapen. Scheelt me morgen ook weer gedoe met een natte tent. Ja hoor dat mag, maar het is een zaaltje voor algemeen gebruik, dus niet te vroeg gaan slapen… Al met al zit ik nu al een uur alleen in ‘mijn’ zaaltje. Wel aangenamer dan in een piepklein tentje in de regen. Morgen naar Roermond.











Dag 7
Goed geslapen in het zaaltje naast de receptie. Mooi zonnig weer. Dwars door Weert, volg, heel handig, de Roermondseweg tot Mildert en van daar de Rijksstraatweg. Wel jammer dat het fiets/voetpad de Rijksweg soms wat op een afstand volgt, of dwars door een dorp gaat. Dan is het wel eens gokken of je naar links of naar rechts moet. En je raadt het al… ik gok nogal eens verkeerd. Dan moet je weer een stuk(je) terug. In de middag begint het te betrekken, af en toe wat regen. Op de brug voor Roermond ( de eerste van drie) een pittige bui met iets van hagel erin.
Gelukkig komt de toren van de Sint Christoffel-kathedraal in zicht. Dat is het einddoel voor vandaag. Maar eerst nog de sleutel halen in het Van der Valkhotel, 700 meter verderop (vlak bij de O.L.V. Munsterkerk), het hotel is in verbouwing, de receptie zit aan de achterkant… goedemiddag ik kom voor de sleutel van de refugio van het Sint Jacobusgilde. Hè? Wat? Ik heb geen idee waar u het over heeft….
Blijkbaar een nog niet goed ingewerkte receptioniste, haar collega roept van achter: ik kom eraan. Zij weet het ( gelukkig) wel en even later sjok ik met sleutel en gebruiksaanwijzingen weer 700 meter terug. Voor het eerst dat ik de sleutel van een kathedraal heb! Het hek van het binnenterrein gaat zowaar open, de deur in de hoek ook. Trap af, ziet er allemaal mooi uit. Alleen wat moeite om het licht aan te krijgen. Maar ook dat lukt uiteindelijk. Boiler aan, ik kan zo gaan douchen. En dan wat gaan eten





Dag 8










Dag 9
Het weer wil maar niet opwarmen. Vannacht weer zo’n koude nacht. Op tijd ( 7.00 uur) opgestaan, om 9.00 bij de pont naar Ohé. Dat zou beter ‘O nee hè ‘ heten. Wel een pontje, geen kapitein. Op de website gekeken: in april afvaarten vanaf 10.00. Nu even geduldig zijn (niet mijn sterkste kant). Om 10.00 uur nog geen kapitein. Hangt er een bordje: in april alleen afvaarten in het weekend. Over naar het nu te ontwikkelen plan B. Op zoek naar een brug. De dichtstbijzijnde is Maaseik. Feitelijk niet eens veel omweg, maar de route gaat door veel industrieterreinen. Niet erg mooi. Bij de brug een kapel, O. L. V. Vanaltijddurendebijstand. Een beetje bijstand kan ik wel gebruiken. Verder door eindeloze containeroverslagbedrijven en grindheuvels kom ik in Born. Boodschappen gedaan en bij het kasteel wat gegeten. Naast het kasteel nog een, maar wel wat gehavend. Weer verder, meer weilanden en akkers nu en warempel weer een kasteel : Grasbroek. Nog een paar kilometer. De boodschappen worden zwaar (mijn rugzak was het al). Vlak voor de camping drie spelende kinderen bij een kapelletje, ze zwaaien met zwaarden, hebben niet goed de kapel in gedachten. Of ik aan de wandel ben, en waar naartoe? Rome , dat ligt in Frankrijk weet de oudste van de drie. Ooit wel, al heette het toen al Avignon. We wonen daar, ze wijzen naar een dorp iets verder terug. Hoe deze straat heet? Geen idee, ze zijn hier niet eerder geweest. Of ik een paraplu heb? Nee. Dan kun je deze wel krijgen, hebben we hier gevonden. Ik bedank er voor nog meer dragen hoeft nu even niet. De jongste heeft dorst. Ik bied hem wat water uit mijn drinkfles aan. Een beetje schuchter kijkt hij naar zijn grotere zus. Die neemt een slok, en hij daarna ook. Ze wensen me een mooie wandeling en ik loop verder en even later weer terug: ik moest de andere weg op de driesprong hebben. Op de camping mag ík opnieuw in het kantinezaaltje slapen. Jippie. Het gaat vannacht op 1 graad na vriezen. Nu eerst maar eens wat eten. Morgen naar Maastricht. Ps. Volgens mij ligt Guttecoven in Nederland, de Steps vindt dit eigenlijk wel België.



Dag 10
Prima geslapen, op tijd opgestaan en ingepakt. Alleen weggaan duurde wat langer: de campingbeheerder en zijn vrouw hebben “mijn” route gelopen en zaten vol verhalen. Nuttig. Om ruim 10.00 toch vertrokken, een 18e eeuws kruis langs de weg, aan het Julianakanaal. Dat kanaal kon ik volgen tot in Maastricht. Toch nog een keer bijna verkeerd gelopen, maar had het snel in de gaten… waar is dat kanaal gebleven… toen rechts i. p. v. links en daar was het weer. Aan de weg een mooie kapel, verderop een mooie kerk aan de overkant van het kanaal. Een kasteel en rijen populieren vol met maretakken. Morgen Koningsdag. Ik neem een dagje vrij.





Dag 11 en 12
Een dagje in Maastricht. Natuurlijk eerst naar de Sterre der Zee, kaarsjes opgestoken, daarna naar het graf van Sint Servaas even in het pandhof gezeten, mozaïek bekeken met de voornaamste pelgrimsoorden, de dagkapel ook gezien. Rustig naar Eijsden gelopen, tent opzetten.









Dag 13
Soumagne België – Domaine de Wégimont.
Een miezerige dag met af en toe een vaag zonnetje. Geen echte regen, maar vochtig. Via Eijsden langs de Maas naar Visé, niet het mooiste stukje België. Na Visé de heuvels in. Een hele klim en dat is nog maar het begin. Langs wat kapelletjes, de een mooier dan de ander, veel boerenactiviteit op het land, dat hoor je en dat ruik je. Je loopt er wel hard door. De eerste stukjes GR5 ( Grand Randonnée 5) de route die ik tot de Zwitserse grens ga volgen. Rond zes uur kwam ik op mijn bestemming. Een groot landgoed met kasteel-hotel, een enorm park eromheen met zwembad en allerlei sportfaciliteiten. Helaas, ik zit achter het hek op de camping. Evengoed blij dat ik er ben en dat deze open is. Tot mijn schrik stond op het toegangshek geopend van 1 mei tot 1 oktober… lekker gedoucht en met een kopje thee dit geschreven. Zo wat gaan eten en dan morgen naar Banneux en misschien nog wat verderop.



Dag 14
Banneux België, zondag 30 april
Vandaag een rustige dag gepland. Ik loop naar Banneux in de hoop dat daar onderdak te regelen is. De tent staat uit de zon, het duurt even voordat hij droog is. Het is mooi weer, goed insmeren dus. Nog even met buurvrouw Judith gepraat over de GR5. Zij loopt hem ook. Nog even een foto van het kasteel en dan op pad. Het lopen gaat soepel, maar dan komen de heuvels. Uiteindelijk drie en een halve Domtoren geklommen. Klinkt niet spectaculair, maar met een rugzak van 18 kg gutst het zweet me al snel van mijn gezicht. Mouwen opgerold, broekspijpen afgeritst. Lekker weer heeft ook zijn schaduwzijde: ik zweet me naar. Veel water drinken dan maar. Heuvel op heuvel af. Mooie vergezichten en ik kom verschillende keren eenzelfde groepje wandelaars tegen (zonder rugzak) die bij de derde keer zeggen: op naar het terras in Banneux. In Banneux aangekomen zie ik er twee van het groepje terug, op een muurtje, met een ijsje. Bij het informatie-bureautje een stempel gehaald, geïnformeerd naar slaapplaatsen. Ik word naar het klooster van de broeders van st Jan gestuurd. Wat lastig om binnen te komen, maar uiteindelijk toch gelukt. Een wat norse pater heet me welkom. Hij spreekt alleen frans, maar gelukkig is er een meisje dat wil tolken vanuit het engels. Ja ze snappen dat ik een slaapplek zoek, maar helaas is hun klooster alleen voor families. Er is geen plaats voor eenlingen. Ik mag er zelfs niet op mijn eigen matje ergens op de gang slapen. Gastvrij onthaal. Ik moet het maar in het heiligdom proberen. Op goed geluk loop ik een zaal in het Hospitalité binnen waar toevallig een Nederlands sprekend gezelschap zit. Een begeleider belt Ludi, de coördinator-vrijwilliger. Het Hospitalité is bestemd voor groepen, maar hij gaat het de zusters vragen. Ik loop met hem mee. Alle zusters zijn onvindbaar… de franse mis is net begonnen. Ludi verwijst me naar een kasteeltje buiten het heiligdom, maar wat er wel bij hoort. Dat is voor pelgrims die een of twee nachten blijven. Ik word er hartelijk ontvangen, maar helaas, het is een druk weekend geweest en er zijn geen kamers beschikbaar. Ik kijk blijkbaar nogal ongelukkig en de receptioniste haalt er iemand bij, die kijkt op het schema, op briefjes in de papierbak en spreekt het verlossende woord: ik krijg een kamer. Ik mag zelfs twee nachten blijven. Het kasteeltje heeft een heuse kapel. Morgen rustig het heiligdom en het dorp Banneux bekijken.
Hoewel rustig, 1 mei begint hier officieel het bedevaartseizoen, met allerlei festiviteiten. Ik ben benieuwd.




Dag 15
Banneux België maandag 1 mei
Deze nacht in een heus kasteeltje geslapen. Chaityfontaine heet het en is een gastenverblijf voor pelgrims die 1 of 2 nachten in Banneux verblijven. Van het kasteel naar het heiligdom. Daar vind ik een beeld van mijn naam-heilige: Louis-Marie de Grignon de Montfort. Een missionaris die er op uit trok (in Canada, 18e eeuw).
Op het heiligdom is het rustig. Even later ontdek ik waarom: de internationale hoogmis is net begonnen. De bisschop van Hasselt en nog een tiental priesters zegenen het nieuwe bedevaartseizoen in. Een preek in vier talen. Het lijkt wel wat op Lourdes. De kerk is al even lelijk als de Pius X. Na de mis nog wat rondgelopen. Een alternatieve kruisweg: de zeven smarten van Maria. Beelden van heiligen. Veel semi openlucht- kapellen. In vergelijking met Lourdes weinig commercie. Wel overal Mariabeelden ook op het plein van de bron. Gisteravond was het er doodstil. Vandaag leek het net zo druk als Lourdes. Compleet met tapkraantjes en de waarschuwing: wel geneeskrachtig, niet drinkbaar. ??? Goed om je handen mee te wassen en dat is dan ook de bedoeling. In de kapel van de verschijning veel dankbetuigingen en tekenen van wonderen: er staan veel krukken. 1 mei is een Belgische nationale feestdag. De supermarkt is dicht, dan maar thee en taart voor de lunch. Het is tenslotte een feestdag.











Dag 16
Spa België
In een kasteel kan ik goed slapen. Vroeg opgestaan (07.00uur) gedoucht, aangekleed, ingepakt en precies om 8.00 uur uitgecheckt. Omdat 1 mei een nationale feestdag is in België en ik geen bakker kon vinden die open was, heel brutaal aan de receptie gevraagd of ik in het hotel wat broodjes voor onderweg kon kopen. Dat kon. De prijs was ook billijk: ik kreeg ze gratis mee. Veel succes toegewenst gekregen en ze hoopt mij liefst met groep pelgrims snel weer te zien. Misschien een ideetje voor een twee of drie daagse bedevaart: Onze Lieve Vrouw van de Armen in Banneux. Kwart over acht op weg. Door modderige bossen (het heeft gistermiddag stevig geonweerd) langs de weg die de prins-bisschop van Luik samen met de prins-abt van Stavelot in de 18e eeuw heeft aangelegd op weg naar Spa. De weg, de paden gaan over en langs heuvels en dalen. Het klimmen valt mee, het dalen gaat vanzelf. Nog een keer verwissel ik links en rechts en loop de verkeerde kant uit. Maar ik controleer de route regelmatig dus snel omgekeerd. Zo beland ik in Spa, een kurort, met een in renovatie zijnd badhuis (Bains). De kerk ziet er imposant uit. Gewijd aan sint Remaclus. Voor wie niet weet wie dat is, doe ik er even een plaatje van hem bij. (Remaclus of Remakel (Aquitanië, ca. 600 – Stavelot, ca. 673) was een geestelijke, kloosterstichter, bisschop van Maastricht. De feestdag van de heilige Remaclus is op 3 september.) Tent opgezet, was gedaan, nu even wat in een waterig zonnetje uitrusten. Morgen naar Stavelot.






Dag 17
Stavelot België woensdag 3 mei
Na een koude nacht, slecht geslapen, wat later opgestaan en opgebroken. Rond 11.00 uur op weg. Meteen al de grote uitdaging van vandaag: de heuvel van Spa. Geen idee hoe hoog die is, maar van mij mag er wel een paar 100 meter vanaf. Boven aan de heuvel komt een andere rugzakdrager me voorbij (ik ben minstens drie keer zijn leeftijd, dus ok, loop maar voorbij). Heel even kort hallo, waar kom je vandaan en waar ga je naartoe. Uit Amsterdam, naar ROME. Die zal ik dus nog wel een keer tegenkomen.
Die hoge heuvels zijn vervelend om op te klimmen met een nog steeds te zware rugzak, maar ze geven wel mooie vergezichten. En als je eenmaal boven bent, kan de afdaling beginnen. Dan gaat het ineens een heel stuk makkelijker. Even voorbij Spa ligt het racecircuit van Francorchamps. Het heeft op de weggebruikers het vreemde effect dat ze allemaal als gekken scheuren, niet op dat circuit maar op de provinciale wegen. Ineens zijn het allemaal F1coureurs. En tot vlak voor Stavelot hoorde ik de echte coureurs op het circuit bezig. Wat maken die motoren en racewagen een herrie. In Stavelot op zoek naar de camping. De F1-camping is een mooie tuin maar geen camping. Iets verderop wel een, met niet veel kampeerders. (zie de laatste twee foto’s). Ik zet de tent midden op het lege veld, in de hoop dat morgenochtend de zon me wakker maakt. Als ik zit te eten: wie hebben we daar? De andere Romerugzakdrager. Ik was ruim drie uur eerder op de camping. Ik heb maar niet gevraagd of hij verdwaald was. Hij heet Goos. En hij staat een paar meter verderop. Morgen zou ik naar Vielsalm gaan, maar de camping daar is gesloten. Nu wordt het Grand Halleux, maar 10 km, maar dat maak ik overmorgen goed door dan naar Schirm te lopen, 26 km. In de hoop dat dat lukt.






Dag 18
Grand-Halleux België donderdag 4 mei
Het is mei, ok, de ijsheiligen zijn nog niet geweest maar het mag nu toch onderhand wel een beetje warmer worden ‘s nachts.
Uitgebreid gesproken met de andere Rome-ganger. We komen waarschijnlijk tegelijk aan op het Sint Pietersplein. Laat vertrokken, half twaalf. Stavelot maakt een beetje vervallen indruk, net als het kapelletje. Stavelot heeft veel van zijn grandeur in de oorlog in puin zien veranderen. De abdij, een van de oudste in Europa, 7e eeuw is herbouwd, alleen de abdijkerk niet. Het grondplan is nog wel zichtbaar. Boodschappen gedaan, weer twee kilo gewicht extra, maar ja, ik moet ook eten… Dan op weg. Eerst een lange weg omhoog. Het is warm vandaan (overdag wel!), overhemd uit, broekspijpen afgeritst… wel even zonnebrandolie gesmeerd. Dan volgt er een steil stuk. Hoogste punt croix de Barraine, 400 m. Mooie uitzichten, veel natuur. En ook veel wielrenners. Zaterdag is er hier in de buurt een grote wielerronde. Een stukje verder de heuvel op ( en dus nog hoger) Onze Lieve Heer. Tja, hoger kom je niet. Van hieraf gaat het bergafwaarts. Gelukkig, dat dalen heeft toch echt mijn voorkeur. Tegen vieren bereik ik de camping. Lekker in het zonnetje de tent opzetten, uitrusten.






Dag 19
Beho België vrijdag 5 mei
Ik weet niet wie er over het weer gaat hierboven, maar vannacht was het eindelijk een keer niet te koud. Dankjewel.
Vroeg opgestaan en net na 09.00 uur vertrokken. Er zou een bakker zijn naast de kerk. De kerk heb ik gevonden, de bakker niet. Mooie kerk. Op pad naar Vielsalm. Zo’n beetje alles heet hier Salm, geen idee waarom. Viel betekent oud. De kerk in Vielsalm is niet oud, al lijkt ie dat van een afstand wel (gebouwd in 1957). Hij is gewijd aan sint Gengoux, zo te zien nog een ver familielid van Asterix. De eerste van drie heuvels dient zich aan. Onderweg gelukkig veel O.L. Heren aan het kruis (deze was voor de verandering nu eens niet van roestig gietijzer, maar bijna kunstzinnig houtsnijwerk) en O.L. Vrouwen voor de nodige schietgebedjes. Deze Lieve Vrouw is koningin van de vrede. Er is genoeg aanleiding om bij haar nog maar een weesgegroetjes te bidden. Af en toe zon ook nog wat flinke spatten regen, maar een aangename temperatuur om te lopen. Onderweg een heleboel nieuwsgierige koeien, maar dit rijtje, ze gingen er echt voor staan, maffe macho’s, zijn stieren, maar net zo nieuwsgierig. Sommige weilanden zijn geel van de paardenbloemen. Best mooi. Rond zes uur op een camping a la ferme. Bij de boer dus. Morgen naar Troisvierges. ( Drie maagden???) in Luxemburg.








Dag 20
Troisvierges Luxemburg 6 mei
Om half zes gewekt door fluitende tonen. Dat hoort zeker op een camping a la ferme. Nog lekker blijven liggen tot half acht. De zon schijnt. Ontbijt, wassen, aankleden, inpakken en wegwezen. De buurman met de mooie camper wil me wat brood meegeven voor onderweg. Ik heb nog brood, dus bedankt maar nee hoeft niet. Ik ga op weg, door een oerwoud, wat toch wel heel ordelijk erbij staat, door kleine dorpjes met dure villa’s en vervallen huizen (die wachten nog op in een villa veranderd te worden), kleine kerkjes, soms open en vaak een mooie combinatie van antiek en modern interieur. Zo kom ik langzamerhand in de buurt van de grens. Op de grens wat boodschappen gedaan. Nog steeds heuvel op heuvel af, maar ze zijn mindere steil hier. De kruisen en kapellen worden ook schaarser. Maar vaak wel mooi verzorgd. Om 16.00 uur in Troisvierges aangekomen. De tent staat, de step is geschreven, de dag loopt op zijn eind. Morgen is het zondag. Ik denk eraan om dat maar weer een rustdag te laten worden.



Dag 21
Luxemburg Trois Vierges zondag 7 mei
Vandaag inderdaad een rustdag. Hoewel…. De franciscaner kerk St. Andreas, net om de hoek, houdt het Angelus in ere. Om zes uur vanmorgen een gebeier alsof de wereld zou vergaan. En om twaalf uur weer. En op het heel alle slagen en op het half een. Ik kan mijn horloge wel weggooien. Maar geen oproep om naar de mis te komen. Ben toch maar gaan kijken, geen mis vandaag. Wel een mooie kerk. Doet me denken aan de kloosterkerk van de minderbroeders in Megen. Uit dezelfde tijd ook. Morgen naar Clervaux, met wat geluk onderdak bij de paters cisterciënzers. Niet ver gelukkig, 10 km. Mijn onderdanen komen in opstand. Maar even wat dagen niet veel lopen.







Dag 22
Clervaux Luxemburg dag 22 maandag 8 mei
Lekker geslapen. Een paar graden erbij scheelt echt! Toen ging het alarm weer af… De Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt En zij heeft ontvangen van de heilige Geest… Maar dat was vast niet om zes uur ‘s morgens. Maar goed nog even blijven liggen en vervolgens weer het gebruikelijke ritueel: wassen, aankleden, ontbijten, inpakken en op weg. Het was even zoeken om bij de drie maagden weg te komen, uiteindelijk gelukt en langs mooie paden door weiden en bossen langs kapellen en kerken, heuvel op heuvel af, in de ochtend met een lekker zonnetje, (al van verre zijn de torens van de kerk en de toren van het reisdoel te zien) in de middag met de nodige spatten regen rond half drie in Clervaux aangekomen. In het stadje, want ik wilde naar de supermarkt om wat boodschappen te halen voor de lunch ( ik had al aardig zin in iets) en voor morgen onderweg. Ik had er niet op gerekend: Clervaux heeft geen supermarkt. Wel een bakker, maar maar die is op maandag gesloten. Dan neem ik wel een broodje op een terras. Broodjes zijn uitverkocht. Omdat er niet anders is, een kop thee en een tosti dan maar. Dan de uitdaging van de dag: de beklimming van Mont Clervaux, langs de dekenale kerk, met mooie (neo-)romaanse beeldhouwkunst met een sint Christoforus ( patroon van de reizigers en pelgrims) en een bijzonder reliëf met de Pantocrator Het is een steile heuvel naar de benedictijner abdij Sint Mauritius. Onderweg nog even een kiekje van de kerk en het kasteel. Ze lijken naast elkaar te staan, maar dat is optisch bedrog. Buiten adem en half dood ga ik door de poort. Even bijkomen. Dan meld ik me in het winkeltje. Een aardige pater ontfermt zich over me. Het is niet de gastenpater, die slaapt nog. Pater Mikel, een van oorsprong Deense protestants wijst me waar de kerk is, waar de badkamer, mijn slaapkamer, hoe ik in de tuin kom, hoe laat het eten is, en dat ik overal mijn sleutel voor nodig heb. Als ik wat later in het winkeltje ga betalen, krijg ik van een Nederlands sprekende pater ( hij komt van Luik) een boekje cadeau met de geschiedenis van het klooster. De kerk heeft wat mooie gothisch altaarretabels, oogt verder heel modern. Vanuit het raam van mijn kloostercel word ik er nog maar eens aan herinnerd: God is liefde. Nog even snel onder de douche. De kerk is wel groot, maar ik ben bang dat ze me eerder ruiken dan zien. Snel aankleden en op een drafje naar de vespers. Ruim een half uur en handig die getijdenapp van het bisdom Haarlem-Amsterdam. Kon ik het toch redelijk volgen. Mooi gezongen gregoriaanse psalmen en hymnes. Over een drie kwartier eten. Ik heb er wel zin in. Morgen na de mis op weg naar eerst een supermarkt en dan naar een camping in Kautenbach. Bij de benedictijnen kun je goed eten: aardappelsoep met groenten; vervolgens roggebrood, zalm, paté, ei , salade en linzen, als dessert chocolade-mouse en fruit. Geen wijn, wel water. ( Zouden die paters zelf water in wijn kunnen veranderen??) Kortom lekker en meer dan genoeg gegeten. Mijn schrale lunch is helemaal goedgemaakt
















Dag 23 en 24
Fuussekaul Luxemburg dag 23/24 dinsdag 9 mei en woensdag 10 mei
Goed geslapen, maar geen zin om op te staan. Op buienradar gekeken. Om half tien weer regen. Dan toch maar om 8 uur opgestaan. Spannend of mijn kleren droog zijn. Alleen mijn broek is nog wat vochtig, maar dat droogt snel als je hem aan hebt en mijn sokken die zijn nog erg nat, net als mijn schoenen. Maar als het straks regent zouden die toch weer nat worden. Alles ingepakt, camping betaald en op weg. Vandaag twee forse beklimmingen, ruim 800 meter. Het begint al meteen in Kautenbach. Een glibberig pad op. Ruim anderhalf uur later ben ik boven en dan volgt een lange wandeling over een soort hoogvlakte. Na de middag een afdaling, als ik denk beneden te zijn, nog een net zo grote afstand verder omlaag. Helemaal beneden kun je aan de beekjes wel zien dat het flink geregend heeft.
Uiteindelijk vijf kilometer voor de camping de volgende klim, 350 meter omhoog. Dat klimmen mag er van mij wel uit. Maar na een regenachtig morgen en middag breekt rond 3 uur de zon af en toe een beetje door. Ik droog zowaar op, behalve de schoenen, sokken en onderste stuk broekspijpen, want die hadden behalve de regen ook nog het doornatte gras te verduren. Rond half vijf kom ik op de camping, zet de tent op en geniet even van de zon. Niet lang overigens de lucht betrekt en inmiddels onweert en regent het. Morgen maar eens kijken of ik mijn kleren kan wassen en drogen, ik heb de machines zien staan. En er is een verwarmd zwembad (binnenbad) dus ik neem morgen maar een dagje vrij.





Dag 25
Fuussekaul Luxenburg donderdag 11 mei dag 25
Uitgeslapen. Boodschappen gedaan.
Ik heb met mijn val toch wel wat spierpijn en blauwe plekken opgelopen. Ik loop als een oude man (er zullen er zijn die zeggen dat ben je ook, met 64 jaar). Vandaag maar even rustigjes aan doen. Straks, als het weer droog is, de was en daarna misschien even zwemmen. Vanmorgen de was gedaan, ligt weer droog in de tent. En lekker gezwommen in een lekker (niet te) warm zwembad. Ook buiten het water is het er lekker warm. Goed voor de spieren. En de blauwe plekken: valt reuze mee, de meeste zijn er met douchen afgewassen.

Dag 26
Fuussekaul luxemburg vrijdag 12 mei
Vandaag met recht een rustdag. Uitgeslapen, wat te eten gekocht, wat gezwommen , de camping voor morgen geregeld, tja, dat is het wel. Ik ben er maar druk mee…Morgen weer op pad. Naar Ettelbruck.
Dag 27
Vandaag is eindelijk de zon mijn wekker. Lekker warm in de tent, buiten blijft het drassig, maar ik mag een campingtafel lenen en daar spreid ik de inhoud van mijn rugzak op uit: kan het laatste vocht verdampen.
De tent zit onder de modder dus die ook schoon gemaakt. Al met al is het bijna middag als ik gepakt en gezakt op weg ga. Het is lekker weer, de weg voert heuvel-af, wat wil ik nog meer.. Mooie uitzichten, nog mooiere uitzichten, bossen, velden. Rond half twee begint het te betrekken. Maar snel mijn brood opeten, voor het gaat regenen. Maar eerst mijn jas gepakt en de hoes om de rugzak gedaan. Te laat. Ik heb mijn broodje half op als het begint te waaien, te lichten en te druppen. Grote druppels. Snel een afdak gezocht. Door de wind helpt dat niet veel. De bui regent snel leeg en een half uur later is het weer droog. Weer op pad. Heuvel op. Nog wat nagedruppeld, maar eenmaal boven lijkt het ergste voorbij. Zowel van de regen als van de klim. Weer een afdaling en een klim, nu door een soort ongemaaid strook weiland naast het gemaaide weiland. Loopt lastig dat hoge gras. Maar het gaat toch snel en om vier uur ben ik op de camping. Ingecheckt, plekje gezocht, dan zie ik de lucht opnieuw betrekken. Rugzak en mezelf in veiligheid gebracht onder een afdak. Een korte maar stevige onweersbui maakt het veld nog drassiger dan het al was. Een half uur later schijnt de zon weer en ik zet de tent op. Douchen en schrijven en nu wat gaan eten. Morgen naar Mersch.






Dag 28
Mersch Luxemburg zondag 14 mei
Mooie camping, mooi weer, ik zou eigenlijk een dagje willen blijven. Maar vooruit anders ben ik in december nog niet halverwege.
Eerst maar even boodschappen doen. Zeer tegen mijn principes in om op zondag boodschappen te doen, maar voor meerdere dagen tegelijk zit er gewoon niet in, dat is te veel extra gewicht. De winkel snel gevonden, een buitenlandse AH, Delhaize. Het duurt even voor ik Ettelbruck uit ben. Dit keer omdat ik weer eens links ging waar ik rechts had gemoeten, maar Ettelbruck is gewoon een grote stad (voor Luxemburgse begrippen). Eerst een stukje langs de snelweg. Op het industrieterrein zowaar een zo te zien oud veldkruis. Vervolgens eigelijk helemaal tot in Mersch langs de spoorlijn. Er wordt aan het spoor gewerkt, ik heb de hele dag geen trein gezien. Wel van een flinke afstand een echt kasteel. Ivanhoe zou er zo uit kunnen komen op zijn witte paard. Verder eigenlijk net als gisteren: bossen, velden, dorpen, en nieuw vandaag: de spoorlijn. Vlak voor Mersch een heuse kasteel ruïne. Meer in de stijl van Floris. Met ernaast een klein kerkje. Ooit de slotkapel? Zou zo maar kunnen.
Mersch is, als je er in de lengte door gaat, ook best wel groot (voor Luxemburgse begrippen). Uiteindelijk aan de andere kant van deze wereldstad, je raadt het nooit, boven op de heuvel (dus toch nog een flinke klim) de camping. Mijn mede Rome-reiziger was hier een paar dagen geleden wist de receptionist te vertellen. Respect voor zo’n onderneming. Ik krijg zelfs korting. Tent opgezet, gedoucht, gegeten, geschreven nu alleen nog slapen. Morgen naar Dauschkaul.




Dag 29
Luxembourg maandag 15 mei
Het leven zit vol verrassingen. Soms leuk, soms niet. Vandaag zou ik naar Dauschkaul gaan. Korte wandeling, 10 km. Dus ik kon rustig gaan ontbijten, bellen voor een reservering. Alles op mijn gemak. Alleen het brood dat ik besteld had moest om half negen opgehaald zijn. Dus toch op tijd opgestaan en meteen even gebeld met de camping in Dauschkaul. Geen gehoor. Een beetje raar. Goed ik naar de winkel het brood gehaald en bij de receptie nagevraagd of het nummer van Dauschkaul klopt. De receptioniste zoekt het op. Ze kan eerst niets vinden en dan opeens: volgens deze site is die camping permanent gesloten. Ik bedank haar en denk: wat nu?
Morgen zou ik naar Luxemburg stad verder lopen maar vanaf hier is dat meer dan 25 km, met 300 m klim. Er is verder geen camping op de route dus het zal wel moeten. En ik kan natuurlijk altijd een hotel nemen, als het te ver is. Of de bus, het ov in Luxemburg is gratis. Nu snel ontbijten en inpakken en wegwezen. Voor de zekerheid bel ik de camping in Luxemburg. Geen gehoor. De website is wel actief, ik gok het erop. Half elf loop ik de poort uit, berg af, gaat veel beter dan berg op. Rond half twaalf nog een keer gebeld, weer geen gehoor. Daar word ik dan toch een tikje nerveus van. Het eerste veldkruis dat ik tegen kom is, hoe toepasselijk, een statie uit de kruisweg. Wat als … om kwart voor twaalf nog een poging. Bingo. Geen probleem voor tenten is altijd ruimte. De receptie is tot 22.00 uur open. Ik loop opeens een stukje lichter. Hetzelfde landschap, dezelfde spoorlijn, nu volop met treinen. Zouden ze gisteren niet gereden hebben vanwege Moederdag? Of omdat het zondag was? Ik zal het wel nooit weten. Langzaam aan komt Luxemburg-stad in zicht. Maar dan ben ik er nog niet. De camping ligt aan de zuidkant van de stad, op een heuvel… als ik een van de vele voorstadjes doorkruis schiet mij zomaar opeens het verhaal van Jona in gedachten. Goed ik hoef geen veertig dagen door Nineve, en gelukkig ook niet tot bekering op te roepen, maar Luxemburg-stad is wel groot, zelfs voor niet Luxemburgse begrippen. Tot Luxemburg was de wandeling vrij vlak, Luxemburg maakt dat meteen goed door een paar flinke klimmen erin te gooien. Boven aan de eerste echte klim een heel boevige of heel gevaarlijke Jezus. Zelfs de bloemen en kaarsen zitten achter tralies. Luxemburg is een mooie stad, een beetje Vondelpark, of Utrechts Wilhelminapark, met veel allure. Mooi. Maar wel groot. Uiteindelijk om 19.00 uur beland ik op de camping. Op het hek: complet. Dat betekent: vol. Maar goed dat ik me gemeld had, en dus weet dat er voor kleine tentjes altijd plek is. En dat is er ook. Ingecheckt, gegeten, tent opgezet, gedoucht en geschreven. Klaar om te gaan slapen. Maar nog niet helemaal. De trouwe volger weet dat ik moeite heb met hellingen, tenminste als ik die op moet. Nu is de route tot Rome vergeven van dat soort plaaggeesten. Ik ben nu vier weken onderweg en loop al flink achter op schema. 25 km per dag, met rugzak is te veel van het goede. En dan ook nog heuvel of berg op… Wat te doen? De oplossing kwam van Jan. (voor wie dat niet weten: dat is mijn partner. ) Hij bood vorige week aan om als, ja hoe noem je dat? Nu ja, hij komt naar me toe om mijn rugzak van camping naar camping te brengen, en daar dan ook de tent vast op te zetten, kortom als basiskamp-verzorger op te treden. Morgen komt hij naar Luxemburg. Misschien dat ik daarna de 25 km per dag wel ga halen. (Vandaag lukte het ook, maar ik ben wel moe.)
En het zal ook een stuk gezelliger zijn, dan alleen in mijn piepkleine tentje. Ik verheug me er wel op.


Dag 30
Luxembourg dinsdag 16 mei dag 30
Vanmorgen helemaal zenuwachtig wakker geworden. Vandaag ga ik verhuizen.
Ik ga groter wonen. En Jan voegt zich bij me. Vanaf vandaag wordt hij mijn personal assistent, zodat ik mij op het lopen kan concentreren en hij voor de randvoorwaarden zorgt. Misschien dat ik dan nu wel mijn gewenste afstanden haal. Maar vooral: het is geweldig fijn om hem weer dicht bij me te hebben. Morgen, als we daar echt zin in hebben, een toeristische dag naar Luxemburg-stad. Hemelvaartsdag gaan we weer verder.


Dag 31
Luxembourg woensdag 17 mei
Om te vieren dat ik een P. A. heb en dat dat heel gezellig is, zijn we gisteren uit eten gegaan. In de bistro op de camping. Heel lekker gegeten. Zo lekker dat we er vandaag misschien wel weer heen gaan. Na het eten vroeg naar bed. Ik val sowieso om 21.00 uur om, Jan heeft wat meer moeite zo vroeg te gaan slapen, maar het was een lange en vermoeiende dag voor hem.
Het is even wennen met twee man in een kleine tent. Gelukkig is het luchtbed net zo groot als het grondvlak van de tent. Uit bed vallen is er dus niet bij. Het is een bijzondere tent: wit van buiten, zwart van binnen. Als de tent gesloten is, is het aardedonker binnen. Vanmorgen was het dan ook een aangename verrassing, dat, toen we de tent opendeden, de zon volop bleek te schijnen. De vermoeiende reis gisteren voor Jan en het mooie weer doen ons besluiten vandaag niet de toerist uit te hangen in Luxemburg -stad, maar rustig bij de tent allerlei kleine reorganisaties uit te voeren en beide uitrustingen samen te voegen. Ook maar vast de route voor morgen bekeken en een camping gebeld. De eerste camping was echter geen camping meer maar een huisjesmelkerij, de receptioniste van de tweede heette ons van harte welkom. Wel iets meer kilometers dan eigenlijk gepland, maar zonder grote rugzak moet dat lukken. Spannend om te ervaren of het ook echt minder moeite kost. Morgen dus naar camping de Gaalgebierg, in Esch-sur-Alzette, 17 km, om te wennen. Wel een paar stevige klimmen erin, totaal 500 meter. Dit is trouwens een mooie camping, goed sanitair aardig personeel. Twee nadelen: de snelweg vlakbij is dag en nacht te horen en de aanvliegroute voor Luxembourg- AirPort ligt precies over de camping. Je kunt naar de passagiers in de vliegtuigen zwaaien, ze zwaaien terug. Heel vriendelijk. Ook heb ik nog nooit zoveel campers bij elkaar gezien…

Dag 32
Esch-sur-Alzette Luxembourg donderdag 18 mei
Vanmorgen voor het eerst gebruik gemaakt van mijn P.A. Jan heeft ontbijt gemaakt en daarna de tent opgebroken. Ik heb natuurlijk gezegd hoe hij dat het beste kon doen. Grapje. Hij weet precies hoe het moet en in korte tijd was ons basiskamp weer de lege vlakte (en in tegenstelling tot de gebruikelijke basiskampen op bv. de Himalaya hier geen bergen afval) en was de auto ingepakt. Om kwart over tien ging ik te voet en Jan naar de volgende plek voor een nieuw basiskamp: Esch-sur-Alzette. Voor mijn P. A. was het even zoeken, maar hij was er ruim voordat ik aan kwam lopen. En ja, de tent staat, ingericht, helemaal klaar. Er was zelfs thee met een koekje. Omdat het Hemelvaartsdag is, dat koekje.
Onderweg mooie vergezichten, een riep zelfs psalm 72 in me op. Wuivende velden , … een zee van groen. Zo in het zonnetje, zonder zware rugzak, dat loopt echt wel veel lekkerder. Nog niet meteen harder, maar ik merk wel dat heuvel op nu zonder pauzes kan. Kortom, wat mij betreft heeft mijn P. A. een vaste aanstelling. Morgen gaan we de grens over, Frankrijk in, naar Thionville.




Dag 33
Thionville Frankrijk vrijdag 19 mei dag 33
Vanmorgen vanaf de camping meteen de dierentuin in. Nou ja, dierentuin (Tiergarten) het was meer een kinderboerderij maar wel met vervaarlijk uitziende Schotse hooglanders of zijn dit Longhorns? Weet ik veel. Toen het bos in, meteen verkeerd gelopen, een schoolplein op, weer eraf, toen wel goed en een lekkere wandeling door een groot bos. Maar toen stond er midden op mijn route een hek. Dat hek stond om een grote grintafgraver en afgraving. Mijn pad ging aan de andere kant van het hek verder, maar ik natuurlijk niet. Eerst linksom geprobeerd , toen rechtsom, ik kwam nog bijna vast te zitten in de blubber. Opeens was er helemaal geen pad meer. Weer terug, langs het gaas, uiteindelijk was er een tussendoorgang tussen de machine en een soort lopende band waarover het grint werd afgevoerd. Het was niet de route die ik gekozen had, maar uiteindelijk kwam ik daar toch weer op terecht. Midden in het bos zomaar plompverloren een pomp met niet te drinken water. Handig. Verderop in een ander bos: de grens. Niet zo duidelijk maar met wat goede wil kun je de lijn zien lopen. Het lijkt een pad, maar is de grens. ( Goed kijken, rechts van de struiken.) In het dorp hebben ze voor de zekerheid het nog maar een keer aangegeven. Ik ben in Frankrijk. Het landschap verandert iets. Je kunt zien dat de Fransen graag tuinieren. Grote gele borders, enorme gladgeschoren gazons. Het ziet er mooi uit. En dan ook nog hier en daar een veldkruis.
Een flink stuk langs een provinciale weg gelopen, niet ideaal, maar het alternatief was vijf kilometer om. Ik heb vandaag flink gelopen, al met al bijna 25 km, met stevige hellingen (bewijs. Zie het bordje 10%, rappel, (herhaling), dus meermalen zo’n sterke klim ), maar met alleen een klein rugzakje lukt dat wel. En bovenaan zo’n klim heb je natuurlijk wel mooie vergezichten. Nog een heel stuk langs dezelfde provinciale weg, wat boodschappen gedaan. En uiteindelijk om kwart over zes op de camping in Thionville, waar Jan het basiskamp en het eten klaar heeft. Na het eten een camping in Metz gebeld. Complet. Dat is lastig. We gaan op zoek naar een alternatief.








Dag 34
Thionville Frankrijk zaterdag 20 mei
Vanmorgen een laag-bij -de-grondse ervaring. Het luchtbed was zacht geworden. Dat had ik al eerder, met mijn eenpersoons matje, maar nu is, was het geen slecht afgesloten lucht-uitlaat. Een nieuw luchtbed dan maar. Een zacht luchtbed is funest voor zowel je rug als je nachtrust. Eerst maar even ontbijten. Jan, als echte P. A. belt nogmaals met de camping in Metz. Helaas met hetzelfde resultaat. Dus niet naar Metz deze keer. Vandaag eerst op een nieuw luchtbed uit. We rijden naar het dichtstbijzijnde winkelcentrum. Daar zit een Decatlon. Wel luchtbedden, maar geen met ingebouwde pomp. Verderop zit een Auchon. En ja daar hebben ze precies het bed dat we zoeken. Meteen ook maar gekocht. En wat boodschappen gedaan in deze hypermaché. Je zou er werkelijk een trauma van overhouden, zo exorbitant groot zo’n winkel is. Vind dan maar eens een potje aardbeienjam. Mooi niet dus. Op de heenweg flink wat van de regio gezien, hoewel dat niet de bedoeling was. De terugweg gaat soepel, geen gemiste afslagen of verwarrende op- en afritten van autosnelwegen. Eigenlijk in een keer terug naar de camping. Daar nemen we mopperend de volgende (letterlijke) hindernis. De poort is dicht en de sleutel die hem zou moeten openen doet dat niet. Door het nauwe poortje (klinkt bekend voor de gelovigen onder ons) naar binnen. Gelukkig komt ook net de kampbeheerder er ook net aan en hij opent wijd de poort. Jan in de auto meteen achter hem aan. We lunchen en gaan op zoek naar oplossingen voor het Metz-probleem. We vinden een alternatief in Corny-sur-Moselle. Dat betekent echter dat de plannen voor het lopen aangepast gaan worden. Niet door Metz, maar er in boogje omheen. Ook het campingschema wordt anders. We blijven vandaag in Thionville, morgen gaan we naar Corny-sur-Moselle, overmorgen naar Liverdun, de dag erna naar de camping van Nancy, Campagnole de Brabois. Van daar naar Vic-le-Comte. En voortaan boeken we de campings maar wat eerder. Maar zo komen we wel weer mooi op de GR5-route uit.
Dag 35
Corny-sur-Moselle Frankrijk zondag 21 mei
De wandeling vandaag was bijzonder. Het is mooi weer, de route voert opnieuw door bossen, langs velden, stukken natuur, die het midden houden tussen bos en heidevelden. Het grootste gedeelte is heuvel-af en een flink stuk gaat langs de Moezel. Prachtige vergezichten, mooie coulissen-landschappen, kortom een David Attenborough-natuurdocumentaire, maar dan live. Er liep ook nog een andere documentaire dwars doorheen. Ik was nog maar net onderweg of ik zag een monument. Een oorlogsmonument. Die zie je hier veel. Maar deze was bijzonder: niet voor slachtoffers of helden van WO1 of 2, maar voor gevallen Duitse soldaten van de Frans-Duitse oorlog (1870/1871). Aan de andere kant van het bos nog een, en paar honderd meter verderop nog een paar. Volgens de bordjes die erbij staan heeft dit stukje Frankrijk het hoogste oorlogsmonumenten-gehalte ter wereld. Tussen de monumenten ook nog veel betonnen kruizen, die verzamelgraven aanduiden. Opnieuw van gesneuvelde soldaten van de veldslag Gravelotte/Saint Privat. Sommige kruizen zijn beschadigd door kogels, uit de veldslag in 1944. Een beetje unheimisch is het allemaal wel. Zeker omdat het grotendeels nog steeds militair terrein is. In het bos ook nog verschillende bunkers uit WO 1 gezien. Wel mooi om te zien dat al dat verwoestte land door de natuur heroverd is en omgevormd tot een bloeiende pracht.
En of het zo moet zijn (of niet), vlak bij de Moezel zie ik de eerste bloeiende klaprozen. In Engeland het symbool van de wapenstilstand van 11 november 1918, waarmee officieus een einde kwam aan WO 1 (de vrede werd pas in 1919 getekend). Langs de Moezel natuurlijk mooie waterpartijen, leuke doorkijkjes, een heuse ruïne van een romeins aquaduct (of is het een vervallen spoorbrug??) en een echte waterkrachtcentrale, vermomd als sluis of dam. En vlak bij de camping, om de cirkel rond te maken nog maar weer een oorlogsmonument, nu voor WO2. Op de camping staat de tent vredig op me te wachten, en zit Jan met een kopje thee klaar.














Dag 36
Van Corney-sur-Moselle naar Liverdun, ook aan de Moezel. Het wordt haast eentonig, het mooie landschap. Maar een stippeltjes-horizon hadden we nog niet gehad. Nu wel. Maar verder: weer bossen, velden, dorpen en mooi weer. En dan Liverdun. Met een middeleeuwse stadspoort, vanaf waar je een mooi uitzicht hebt op een bocht van la Moselle. In het stadje een oude kerk. Het begint te spatten. Onweer. Ik vlucht de kerk in (deze is gelukkig open). Een 17e eeuws bouwwerk met een niet zo oud hoogaltaar, een Maria en Bernadette-kapel en verder niet zoveel bijzonders. Tot ik bij het verlaten van de kerk opeens de schrijn van sint Euchaire zie. Een mooi epitaaf met een beeld van deze locale heilige (ik heb al meerdere kerken met zijn naam gezien). Zijn bisschopsambt heeft hem zo te zien de kop gekost. ( Euchaire of Eucaire is een heilige van Lotharingen uit de 4e eeuw die de marteldood stierf in Pompey (Meurthe-et-Moselle), Frankrijk. Deze episcopus of rondtrekkende bisschop draagt de prestigieuze naam van de eerste bisschop van Trier rond 250. Volgens de legende werd hij op 22 oktober 362 onthoofd in het grafveld, waarna hij met zijn hoofd onder de arm terugkeerde naar de dorpskerk van Liverdun. Het wordt gevierd op 22 oktober in het voormalige bisdom Toul of Nancy, momenteel op 27 oktober in de oude kalender van Saint-Dié.) Euchaire, een rondreizend bisschop, misschien een idee voor onze bisschop om hem na te volgen…
Inmiddels heb ik het stadje verlaten, op zoek naar de camping vind ik een kasteel, tegenover de ingang van de camping en Jan, schuilend voor de regen met een biertje op het terras.









Dag 37
Villers-lès-Nancy Frankrijk dinsdag 23 mei
Vandaag een betrekkelijk saaie dag. De zon probeert het wel, maar het lukt niet om door de wolken te breken. De temperatuur is prima om te lopen.
Door de suburbs van Nancy naar Villers les Nancy gelopen. Weinig mooie plaatjes. Eerst een heel eind langs een kanaal, toen een stuk tussen een kanaal en een spoordijk. Vervolgens de bebouwde kom in. Het straatbeeld is wat verlopen. Verveloze huizen hier en daar wat verkrot. Dan ineens weer een stukje nieuwbouw. Rommelige en verpauperde oude wijken en dan rond het station plotseling een stuk geheel gerenoveerd, met chique winkels en restaurants. Bij het oude centrum een monument, het ziet er uit als een triomfboog uit de Romeinse tijd, maar is voor de gevallenen in de beide wereldoorlogen en iets verderop nog een, wat kleiner en die stamt uit de 18e eeuw. In Villers staat een kasteel, van Mme de Graffigny, in een mooi park. (Françoise d’Issembourg du Buisson d’Happoncourt, bekend als madame de Graffigny was een Franse schrijfster. Zij hield een salon in Parijs dat werd bezocht door vooraanstaande verlichte denkers. 11 februari 1695, Nancy, – 12 december 1758, Parijs.) Na een redelijk vlakke wandeling mag ik heuvel op naar de camping. Eigenlijk al vanaf dag 2 dat Jan erbij is heeft de auto kuren.
‘s-Morgens start ie niet. Het lijkt erop dat de accu leeg loopt. Vervelend. Gelukkig heeft een hybride auto een grote reserve batterij en daar start ie wel op. Maar wat kan het zijn? Hij heeft een grote beurt gehad en alles ‘was goed’. Met de garage gebeld. “ De accu zal wel overleden zijn “ (dat zeiden ze echt!!). Beetje vreemd, dan hadden ze bij de beurt toch moeten zien, dat ie ziek was, maar dat hebben ze niet opgemerkt? Dan maar naar de Hyunday garage in Nancy. Een vriendelijke monteur heeft de hele auto doorgemeten met de tablet maar niets gevonden. Hij heeft de boordcomputer gereset, in de hoop dat het dan verholpen is. We zijn benieuwd of hij morgen weer gewoon start. Als ie start gaat Jan morgen met de auto naar Vic-sur-Seille en ik ga er te voet heen.




Dag 38
Vic-sur-Seille Frankrijk woensdag 24 mei
Als je met oude spullen op pad gaat, dan moet je niet raar opkijken als er eens iets kapot gaat. Onze tuinstoelen zijn minstens 17 jaar oud. Ja, en toen zakte ik er doorheen. Het mechaniek waarmee je de stoel inklapt aan een kant finaal doormidden. Nog met secondenlijm proberen te plakken, dat bleef niet zitten, en met ducktape, dat hield de stoel goed bij elkaar, maar inklappen was er niet meer bij. Ook niet handig want de stoel moet wel weer de auto in. Dus: vanmorgen naar de hypermarche in Nancy, de Cora, nee, niet die van de bitterballen. Wel verwarrend al die vrouwennamen , waarmee steden en winkels worden aangegeven.
Cora heeft voor ons twee simpele stoelen, waar we nu prinsheerlijk op zitten. De oude werden zowaar ingenomen om gerecycled te worden. Meteen ook maar even eten gekocht. De wandelroute ging vandaag door de velden. Mooi glooiend landschap. Hier en daar kerkdorpjes, mooie blauwe lucht. Wel een frisse soms zelfs koude noordenwind. Maar al met al een fijne wandeldag. De camping ligt aan een klein meertje, maar het is nog te koud om daarin te gaan zwemmen.




Dag 39
Rhodes Frankrijk donderdag 25 mei dag 39
Het is vandaag stralend weer, maar de noord-oostenwind is koud.
Ik doe maar een t-shirt onder mijn overhemd, maar laat wel mijn broekspijpen in mijn rugzak. Voor als ik echt koude knieën krijg.
De wandeling voert over de hoogvlakte van Lotharingen. Dat staat garant voor grootse vergezichten en een prachtig glooiend landschap. De Fransen houden van tuinieren, dat had ik al eerder gemeld. Op zondag hoor je alom het vrolijke gezoem van de grasmaaier. Maar ook de Franse boer heeft zijn velden er graag netjes aangeharkt bijliggen. Het lijnenspel is een lust voor het oog. Ook met vijvers zijn ze hier bepaald niet kinderachtig. Midden tussen de velden mooie met groen omzoomde waterpartijen. Je zou er toch zo je tentje bij zetten. Halverwege de middag verlaat ik de hoogvlakte en loop verder langs de provinciale weg, niet ideaal vanwege het vrachtverkeer, maar er is geen alternatief. In een dorpje zie ik op het kruispunt van wegen en elektriciteitskabels, vlak bij de kerk (zou er dan toch een verband zijn?) een eenzame ooievaar op een verder leeg nest. Een paar kilometer verderop nog een ooievaar, eveneens eenzaam op een verder leeg nest. Zou hier sprake zijn van een scheiding van tafel en bed? Ik verdiep me er maar niet in. Dat stemt maar triest. Langs de weg vele veldkruisen van steen en beton, maar ook een van roestig gietijzer. Zonder lieve Heer, maar met twee engelen die elkaar met de rug aankijken. Ook al bonje ? Op de camping wacht mij een aangename verrassing: Deze camping heeft een kerk. En meer nog, in tegenstelling tot de meeste Franse dorpskerken, deze is wel open. Binnen zie ik een allegaartje van roomse religieuze kunst en vooral ook kitsch. Wie mij een beetje kent snapt het: ik ben hier meteen helemaal thuis. We proberen voor morgen, en de rest van dit pinksterweekend een plekje te reserveren op een camping. Blijkbaar hebben meer mensen dat bedacht. Pas op de negende camping is er eindelijk plek voor ons kleine tentje. Tja, met Pinksteren gaat men blijkbaar massaal de tent of caravan uitproberen. Uiteindelijk toch een plekje gevonden. En meteen voor drie nachten geboekt. Kunnen we van daar uit wat uitstapjes maken.














Dag 40
Saint-Quirin Frankrij vrijdag 26 mei
Het is bijna Pinksteren en dat merk je: in de supermarkt was het al vroeg druk en ook op de weg en op de camping al bijtijd veel volk. Het weer zit mee: zonnig en lekker warm al blijft die noord-oosterwind stevig en fris. Vandaag de eerste bergen gezien. Gelukkig nog ver weg, zo ver dat ik ze op de foto nog niet zie. De route GR5 staat duidelijk aangegeven, in een veelheid van routes, of op een enkel bordje langs de weg. Langs velden, door bossen, glooiend landschap en mooie vergezichten. En dan, zomaar langs de weg een kruis, om een bedevaartkapel te markeren. In de 18e eeuw ontstaan, een kapelletje voor Notre Dame de Lhors. Het kerkje is open en te bezoeken. Het is 15 jaar geleden mooi gerestaureerd en voorzien van een moderne plafondschildering. Mooi.
Nog een paar kilometer en daar is Saint Quirin. Een voormalige priorij, nu een mooie parochiekerk, mooi interieur, en een bijzondere heilige: Sint-Quirinus was een Romeinse tribuun. Hij moest de gevangenen in de stad bewaken. Toen zijn dochter Balbina een keelziekte kreeg en nauwelijks kon ademen wilde hij dat ze beter werd. Op voorspraak van bisschop Alexander van Rome bezochten ze de Mamertijnse gevangenis waar Petrus gevangen had gezeten. Toen Balbina zijn boeien ( De kerk in Driebergen heet naar deze boeien: sint Petrus Banden) kustte werd ze genezen. Daarop bekeerden Quirinus en Balbina zich tot het Christendom en lieten zich door Alexander dopen. In 115 stierf hij als martelaar onder Keizer Hadrianus omdat hij zijn Christelijk geloof trouw bleef. Nadat men zijn tong had uitgerukt en aan een havik had gevoerd werd hij onthoofd. Zijn dochter Balbina einidigde op de brandstapel. Hij wordt afgebeeld als tribuun met een wapenschild dat met negen kogels is bezet, een lans, een zwaard en een palm. Naast hem zit een havik die zijn afgesneden tong opeet. Hij wordt aangeroepen bij pijnlijke voeten en benen. Ik zal hem ook maar eens vragen de pijn in mijn zere voeten aan het eind van een lange wandeling te verzachten. Wie weet helpt het. De priorij is tegenwoordig een basisschool. Tussen de beide torens een bijzondere loopbrug. Op de heuvel boven het dorp een kapel, die ga ik morgen (misschien) bekijken.















Dag 41
Saint-Quirin Frankrijk zaterdag 27 mei 1
Vandaag een rustdag. De was gedaan. En de route tot de Italiaanse grens gepland, de campings erbij gezocht. De GR 5 zal ik verder niet veel meer volgen. Het kost gewoon te veel tijd. Ik ga proberen om op 8 juni in Aosta te zijn. Dan heb ik nog ruim 50 dagen om in de eeuwige stad te komen. Met het wandelschema van de Via Francigena (Dat is een oude pelgrimsroute die loopt van Canterbury naar Rome, door Frankrijk, Zwitserland en Italië. Deze route is beschreven door de Engelse aartsbisschop Siegeric in het jaar 990.) moet dat lukken.



Dag 42
Saint-Quirin Frankrijk zondag 28 mei
Het is een mooie warme dag hier in Saint Quirin. Een drukke dag ook, er is een speciale route uitgezet voor ruiters en paarden en voor koetsjes. Leuk om naar te kijken. De route voert twee keer over de camping en bij de receptie hebben ze hun lunch. Ook de GR5 loopt over de camping. Veel wandelaars die als spoorzoekers proberen uit te vinden welke van de zijpaden ze moeten hebben.
Wij genieten van de zon, de warmte en het uitzicht. Een mooie pinksterdag, we nemen het ervan. Vanmorgen is Jan naar de Mairie (gemeentehuis) geweest om brood te kopen. Ook hier is in de dorpen duidelijk te merken dat de grote supermarkten veel kleine winkels de kop gekost hebben. Dorpsinitiatieven zorgen nu voor de aanvoer van (dagelijks) vers brood. En omdat er geen winkels meer zijn, is het toeristenbureau in het gemeentehuis een paar uur per dag uitgifteloket van stokbrood, croissantjes, pain au chocolat en meer van dat soort lekkere broodjes. Morgen weer op weg, naar Baccarat.





Dag 43
Obernai Frankrijk maandag 29 mei tweede Pinksterdag
Zoals ik al eerder gezegd heb: niet alles gaat volgens plan. We stonden vanmorgen klaar om te vertrekken, maar onze eigenzinnige auto moet gedacht hebben: het is pinkstermaandag, dat is een vrije dag. Zelfs de kickstart van de grote accu gaf geen stroom meer. Bellen maar weer. De alarmcentrale is zeer behulpzaam en schakelt meteen een lokaal garagebedrijf in. Een kleine twee uur later staat er inderdaad een monteur met een bergingswagen. Hij (de monteur) spreekt aardig Duits. Dat scheelt want mijn Frans is niet technisch toereikend. Ahh ein Hybrid. Kein strohm? Ach jah, Hybrids… Die kleine Battarien sind immer schnell kaput. Bei allen Hybrids, Hyunday, Toyota, allen. Morgen eine neue Battarie kaufen. Vervolgens sluit hij met startkabels een andere accu aan. Starten en lopen. Met de auto is blijkbaar niets mis, alleen een dooie accu. Waarom zag de garage in Nancy dat niet?
Jetz noch schön eine Stunde fahren. So diese Battarie wieder etwas Strohm bekommt. Alarmcentrale weer gebeld. De dichtstbijzijnde Hyunday garage is in Rosheim, vlak bij Straatsburg. In Obernai op de camping municipal de tent opgezet. Morgen vroeg met de garage bellen of ze een accu hebben, anders moet er een besteld worden. Afhankelijk daarvan wordt het nieuwe reisschema opgesteld. Ik word wel wat chagrijnig van die auto. Onderweg wel genoten van de mooie uitzichten. We zijn vlak langs de Col de Donon gereden. Veel haarspeldbochten. Nu zijn we dicht bij de Mont sainte Odile. Misschien er morgen gaan kijken, als de accu er is?

Dag 44
Obernai Frankrijk dinsdag 30 mei
Vanmorgen naar de garage geweest. Ze hadden de accu op voorraad. Het er in zetten zou drie kwartier duren. Echter: het is niet de kleine accu die defect is. Wat er precies aan de hand is konden ze niet zeggen, maar het gaat minstens enkele dagen duren voor het gerepareerd is. En ze hebben pas volgende week tijd.
De Pechhulp is nu bezig een andere garage te zoeken. Mijn voetreis krijgt wel een beetje vreemd karakter zo. Maar even afwachten hoe het verder gaat. Onderweg naar de garage in Rosheim wel een interessante romaanse kerk gezien. Die wil ik nog wel gaan bekijken.

Dag 45
Obernai Frankrijk woensdag 31 mei
De wereld is klein.
Vanmiddag weer geprobeerd de auto gerepareerd te krijgen. Het lukt maar niet de Pechhulp zover te krijgen, dat er een garage te vinden die de auto zal repareren. Ik word er moedeloos van. En dan komt er een camper het veld oprijden. Ik denk dat lijkt (oud-)collega Niels Morpey wel. En ja hoor, samen met Paula. Ze staan nu schuin tegenover ons. Bijzonder. Ze bieden aan de auto aan te duwen…



Dag 46
Utrecht intermezzo donderdag 1 juni
Vanmorgen rond half negen kreeg ik een sms’je of ik bij de receptie van de camping op de sleepauto kon wachten. Die zou er binnen twee uur kunnen zijn. Ik heb de Pechhulp gebeld en een stevig gesprek gehad met een knulletje van de Pechhulp. Nee, ik moest echt wachten op de sleepauto. Nee, hij wist niet hoe laat die zou komen. Een auto voor vervangend vervoer. Nee, daar kon hij pas wat aan gaan doen, als de sleepauto was geweest en er een diagnose was over wat er met de auto aan de hand is. Nee, hij kon ook niet zeggen hoe lang dat ging duren.
Ik ben boos geworden. Zo’n jongen kan er natuurlijk niets aan doen, maar de starheid (nee, u moet ….) en het valse inlevingsgevoel (“ik begrijp uw frustratie”, dat heb ik de afgelopen dagen wel 10 keer gehoord) dat hij tentoonspreidde werd me net iets te veel. Ik heb hem gezegd, dat ik de auto (die wonder boven wonder gewoon startte) zelf naar mijn garage in Utrecht zou brengen, en dat hij de sleepdienst kon afbestellen. Rond half elf kreeg ik een belletje van de sleepdienst dat hij bij de camping was. Of ik naar hem toe wilde komen. Nee, hij was niet afbesteld. Nee, geen telefoontje van de Pechhulp gehad. Maar geen probleem. Hij zou de Pechhulp bellen. De drie uur daarna heb ik nog vier telefoontjes, in het Frans en in het Duits van de sleepdienst gehad, ik heb geduldig uitgelegd dat ik al een flink eind op weg naar Nederland was en dus niet naar de receptie van de camping zou komen. Er volgde nog vier sms’je ‘ik sta bij de receptie, kun je hierheen komen’… de laatste was om half twaalf. Het voelde een beetje alsof ik een blind-date in het honderd stuurde. We zijn veilig thuis gekomen. Ik heb morgen een afspraak met de garage in Utrecht. Ik hoop dat de auto wil starten, en dat ze snel vinden wat er aan schort. Tot die tijd dus even een ‘intermezzo in Utrecht’. Ik hoop begin volgende week wel te weten hoe het verder gaat.

Dag 47
Utrecht vrijdag 2 juni
De auto staat bij de garage.
Een heel gesprek gehad met de monteur. Allereerst (als ik het allemaal goed begrepen heb): dat er een nieuwe accu in moet is pure onzin: er zit geen accu in, de starter start op een deel van de grote accu (die waar de elektromotor op rijdt). 2 Franse monteurs hebben me dus iets wijsgemaakt. Maar wat het dan is, dat gaat hij uitzoeken. De vreemde melding (check de achterbank) is ook iets wat nieuw voor hen is. Ik ben blij dat we gisteren besloten hebben om naar Utrecht te gaan, met deze garage heb ik er wat meer vertrouwen in dat het euvel gevonden en verholpen gaat worden. Het is raar om weer thuis te zijn, maar hopen dat dit van korte duur is.

Dag 48
Utrecht intermezzo zaterdag 3 juni
Vandaag was ik bij de botenparade voor de Pride in Utrecht. Een parade met 50 boten en 100.000 bezoekers om aandacht te vragen voor gelijke rechten voor de lhbtiq+ mensen. Voor een impressie zie de nos app of https://nos.nl/l/2477579.
Een van de bezoekers had een wijze spreuk op zijn t-shirt, die mij als wandelaar-pelgrim wel aanspreekt: het is niet waarheen je gaat, maar wie je onderweg ontmoet.
