Kinderen in de kerk

×
Ga terug naar het overzicht

Kinderen in de kerk

Onlangs trof ik bij het verlaten van één van onze kerken, aan het einde van de Mis, in het portaal een huilende jonge moeder van twee nog vrij kleine kinderen.

Tijdens de viering waren haar beide kleintjes in hun blijde en vrolijke opgewektheid vrij duidelijk aanwezig, door zich al stommelend en soms meer dan brabbelend kenbaar te maken. Nu heb ik zelf geen kinderen, maar ik kan me de steeds meer opbouwende spanning van die jonge moeder op zich best wel voorstellen. Steeds maar proberen om je kleintjes rustig te houden – want ja, in de kerk “moeten ze toch stil zijn (nou ja, als priester heb je er mij niet zo snel mee) “ – je zit er tenslotte niet alleen en je krijgt al vanaf het openingslied geërgerde blikken jullie kant op. Dus de spanning bouwt alleen maar op en op; ja het lijkt me best moeilijk en iets om soms moedeloos van te worden.

Aan de andere kant, kan ik me de irritatie bij de overige kerkgangers ook wel indenken. Zelf heb ik als priester ook graag dat íedereen in alle rust de zondag kan vieren en de drukte van het alledaagse juist even achter zich kan laten. Maar, is dat niet een illusie? Moet je, als je in alle rust wilt zitten en luisteren naar iemand die iets te zeggen heeft, niet veeleer naar het concertgebouw in Amsterdam gaan of naar een lezing? Of als je in stilte wilt verkeren, zonder afgeleid te worden van baldadige kinderen, niet veeleer thuis op de bank gaan zitten of je terugtrekken in een kloostercel?

Van een Amerikaanse priester las ik onlangs precies hierover: “If your church isn’t crying, it’s dying. (Als je kerk niet huilt, is ze stervende.)”. En ik denk dat deze collega een goed punt aanroert. Natuurlijk is het irritant als kinderen luidruchtig door de Mis heen schreeuwen, huilen of stampend aanwezig zijn. Maar een geestelijk instabiele volwassene die in een andere kerk laatst door de preek heen riep is dat net zo goed, maar dáár bracht men met z’n allen dan wél weer alle begrip voor op.

Dus als we onze irritatie en ergernis even kunnen parkeren en ons het volgende realiseren, moeten we toch een heel eind komen: Stilte en kalmte zitten niet in de ruimte om ons heen. Natuurlijk, de omstandigheden helpen ons wel; maar rust en kalmte moet vanbinnen zitten. Want als het dáár niet rustig, kalm en stil is, kan het stil of juist rumoerig zijn om ons heen, maar dan zullen we ons aan alles en iedereen -blijven- ergeren en irriteren.

Daarom dus het volgende voorstel: Wanneer u de volgende keer voor, naast of achter een jonge moeder of vader zit met een erg vrolijk, huilend of baldadig kind. In plaats van hen boos en geïrriteerd weg te kijken of te zeggen dat ze stil moeten zijn of beter kunnen gaan. Stel eens de vraag: “Kan ik je ermee helpen?”. En je zult zien dat alles in orde komt.

Pastor Johan Rutgers

Ga terug naar het overzicht