28e zondag door het jaar 2023 A
Schriftlezingen: Jesaja 25,6-10a, Filippenzen 4,12-14.19-20 en Matteüs 22,1-14
Profeten zijn mensen die dingen zien die jullie en ik niet zien: “Ik zie, ik zie, wat jij…” Maar zo verstopperig natuurlijk niet. Maar wie leeft bij de feiten van de dag wanhoopt of het ooit nog goed zal komen met onze wereld. Met al wat er om ons heen gebeurt. Profeten roepen ons op te leven bij het visioen van Gods beloften.
Jesaja ‘ziet’ – ik zou zeggen, dit is een gelovig zien – een feestelijke maaltijd voor álle volken; God zelf is de gastheer op de berg des Heren = de Sions berg (zie Jesaja 24-23).
Een toekomst waar ze nu alleen maar van kunnen dromen, of beter: waar ze in kunnen geloven. Ja, dát is onze God. Hij vernietigt zelfs de dood (zie ook Exodus 24.9 vv en ook Lucas 1.25). Zo is hun profetische toekomst droom/ hoop). De hoofdstukken 24-27 ademen al de sfeer van geloof in Gods toekomst. Daarom worden deze hoofdstukken wel “de Apocalyps van Jesaja” genoemd.
Sommigen vinden dromen, hopen, geloven slechts luchtfietserij. Of is hoop misschien: jezelf ‘verlengen’, je ‘ verlangen’ ‘verlengt’ zich. Lichaam en ziel vloeien als het ware in elkaar over. Zó verlangen dat het je zelfs uit je slaap houdt en je hele doen en laten bepaalt.
De gelijkenis in het evangelie vertelt van mensen die door de koning genodigd zijn om het feest rond zijn zoon mee te maken. Maar ze hebben allemaal hun eigen belangen en besognes en geven geen gehoor aan de uitnodiging. Dan wordt iedereen willekeurig van de straat geplukt: “slechten zowel als goeden”. Bij nader inzien is iemand mee naar binnen geglipt, die er helemaal niet bij hoort. Iemand zonder bruiloftskleed – hij valt op! Hij kan ook niet zeggen hoe hij binnen kwam. De koning laat hem heel resoluut eruit gooien. De slotzin “Velen zijn geroepen maar weinigen uitverkoren” geeft dat misschien aan. Hij is er wel op de bruiloft, maar is een Fremdkörper.
Henk Bloem, pastor
Blogs van de week
HET GROTE FEEST GAAT DOOR
Heb je het al gehoord? Er komt een heel groot feest
Heb je het al gehoord? Wat? Ben jij niet geweest?
Er waren zoveel zaken, er moest zoveel gedaan,
Ik kon mij niet vrijmaken, ik ben dus niet gegaan.
Heb jij het al gehoord? Het grote feest gaat door!
Heb je ’t al gehoord? De minsten gaan nu voor.
De minsten gaan nu voor, de mensen van de straat.
Het grote feest gaat door, voor ieder mens die gaat,
Heb jij ’t al gehoord? Er was een heel groot feest.
Heb jij het al gehoord? En ben jij ook geweest?
Had jij ook wat te geven, had jij een feestgewaad?
Kom feesten bij het leven, als jij zijn woord verstaat.
Dag Hammarskjöld, Merkstenen, schrijft: “Je kunt niet spelen met het dier in je zonder helemaal dier te worden, met de leugen niet spelen zonder het recht op waarheid te verliezen, met de wreedheid niet spelen zonder de zachtheid van je gemoed kwijt te raken. Wie zijn tuin schoon wil houden reserveert geen grond voor onkruid.” Deze uitspraak van Hammerskjöld kan ons verleiden tot :“je kunt niet spelen met je christelijk geloof zonder…” of ook: “je kunt niet spelen met je christelijk geloof zonder ruimte te reserveren voor…” Misschien een goede oefening voor ons met het hele synodale proces.
Gerrit Knol schrijft: “Als je niet dagelijks in je ziel roert, dan vriest ie dicht”. Aankomende zwemmers weten: “Als je niet blijft spartelen, verdrink je”. En Friedrich Nietzsche: Het belangrijkste is niet om in staat te zijn een feest te organiseren, maar om mensen te vinden die het kunnen waarderen.
Thomas Halik: “Traurern wir nicht dem vergangenen Christentum nach: Was sucht ihr den Lebenden bei den Toten? Suchen wir unser ‘Galliläa’ um Christus zu begegnen.” Een vertaling: “Laten we niet treuren om het christendom uit het verleden: waarom zoekt u de levende onder de doden? Laten we ons ‘Galilea’ (zie Matteüs 28,7 en 28,10) zoeken om Christus te ontmoeten”
“Iedereen” uitnodigen. Geen selectie vooraf – als je maar bruiloftskleed omhebt. Als je de uitnodiging echt aanneemt, mee wilt doen, dan trek je een bruiloftskleed aan. Als je alleen maar met de stroom binnenkomt voor het consumptieve, voor gratis lekker eten, en lekker warm en lekker droog, dan heb je geen bruiloftskleed. Dan ben je er ’innerlijk’ niet bij.
Bob Goudzwaard: ”Ik verwacht van theologen dat zij het perspectief openhouden naar een andere werkelijkheid dan economen en technologen ons doorgaans laten zien, zeggende; “there is no alternative”. Theologen zouden ons duidelijk kunnen maken dat er wél alternatieven zijn.
Het bestaan roept aan alle kanten de vraag op naar de zin ervan. Dat blijkt weer in deze parabel. Die maakt ook los: wat is de zin van zo’n bruiloftsfeest als je bruid en bruidegom nauwelijks kent. Betekent zo’n bruiloftsfeest dan wat voor jou?
Henk Bloem, pastor
Ga terug naar het overzicht